attitude Dutch - German
1.
-
Dutchkwaadwilbooswil
-
GermanBöswilligkeit
2.
-
GermanStandpunktSicht
3.
-
Dutchfeestelijk, feestelijke
-
Germanfestlich
4.
-
Dutchlef
5.
6.
-
Germanguter Wille
7.
-
Dutchstandpunt
-
GermanHaltungVerhältnis
8.
-
Dutchhouding
-
GermanHaltung
-
Dutchhouding
-
GermanEinstellung
-
Dutchcheckhouding
-
GermancheckHaltungAusrichtung
9.
-
Dutchverachting
-
GermanVerachtung
10.
11.
-
GermanStandpunktSicht
12.
-
Dutchlef
13.
-
Germantrotzig
14.
-
Dutchonbeschoftheid
15.
-
Dutchneerbuigend, aanmatigend
-
Germanherablassend
16.
-
Dutchgemeenheid
17.
-
Dutchjaloezie, jaloersheidnaijver, ijverzucht,
-
GermanEifersucht
18.
-
GermanEinstellung, Ansichten g
19.
-
Dutchlef
20.
-
Dutchkoerswijziging
-
GermanKehrtwende
-
Dutcheen totale ommekeer uitvoeren, het roer omgooien, zijn standpunt totaal wijzigen
21.
-
Dutchnaastenliefde
-
GermanNächstenliebe
22.
-
GermanAngeber
23.
-
Dutchvervoegen
-
Germankonjugieren
24.
-
Germanfröhlich, optimistisch, heiter und zuversichtlich gestimmt
English translator: Dutch German attitude Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare