<>

werfen Dutch - Faroese

1.

  • Dutchgooien, werpen


2.


3.

  • Dutchlozen, overboord werpen


4.

  • Dutchwerpen, gooien, qualifiernl

  • Faroesekasta


  • Dutchwerpen, neergooien, afweren, afwerpen


5.

  • Dutchparels voor de zwijnen, paarlen voor de zwijnen werpen


6.


7.

  • Dutchwerpen, gooien, smijten

  • Faroesekasta, blaka


8.





English translator: Dutch Faroese werfen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare