gewöhnlich Dutch - Czech
1.
-
Dutchvolks, gewoon, gemeen, ordinair
2.
-
Czechběžný
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Czechběžný
-
Dutchveelvoorkomend
-
Czechobyčejný
-
Dutchgewoon
3.
-
Dutchonschuldig, onschadelijk, braa
4.
5.
-
Czechběžný
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Czechběžný
-
Dutchveelvoorkomend
-
Czechobyčejný
-
Dutchgewoon
6.
-
Czechnormální, obyčejný
-
Dutchgewoon
7.
-
Czechběžný
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Czechběžný
-
Dutchveelvoorkomend
-
Czechobyčejný
-
Dutchgewoon
8.
-
Czechobvykle
9.
-
Czechběžně
10.
11.
-
Czechběžný
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Czechběžný
-
Dutchveelvoorkomend
-
Czechobyčejný
-
Dutchgewoon
English translator: Dutch Czech gewöhnlich Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare