<>

gleich Dutch - Afrikaans

1.

  • Afrikaansgelyk, dieselfde, identies

  • Dutchgelijk, gelijke, identiek, identieke


  • Afrikaansgelyk

  • Dutchgelijk, gelijke, identiek, identieke


  • Dutchgelijk zijn aan


  • Dutchbetekenen


2.

  • Dutchcheckeentonig, checkeentonige, checkmonotoon, checkmonotone


3.

  • Dutcheven, gelijk, gelijkelijk, gelijkmatig


4.

  • Dutchgelijk, hetzelfde


5.





English translator: Dutch Afrikaans gleich  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare