aufgeben Arabic - Dutch
1.
-
Dutchopgeven, prijsgeven, overgeven
2.
-
Dutchopgeven, loslaten, verzaken, afstand doen van
-
Dutchopgeven, loslaten
-
Dutchopgeven, loslaten, verzaken (ann)
3.
-
Arabicتَخَلَّى عَن, تَوَقَّفَ
-
Dutchophouden met, stoppen (met), opgeven
4.
-
Arabicاِسْتَسْلَمَ
-
Dutchcheckzich overgeven
5.
-
Arabicneeded
-
Dutchde geest geven
6.
-
Dutchafzien van, laten varen, opgeven, verzaken
-
Dutchafzien van, laten varen, opgeven, verzaken
7.
-
Arabicأَجْزَأَ, أَجْزَى, أَدَرَّ, أَغَلَّ, أَكْسَبَ, أَمَّنَ,
-
Dutchzwichten, capituleren, overgeven
8.
-
Arabicاِنْصَرَفَ, يَنْصَرِفُ
-
Dutchopgeven, prijsgeven
-
Arabicتَرَكَ, يترك
-
Dutchachterlaten, in de steek laten, verlaten, begeven qualifier
9.
-
Dutchopgeven, verbeuren
10.
-
Arabicتَنَازَلَ, تَخَلَّى, اِسْتَسْلَمَ
-
Dutchzich overgeven
-
Arabicneeded
-
Arabicneeded
-
Arabicneeded
-
Arabicneeded
English translator: Arabic Dutch aufgeben Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare