turn Icelandic - Dutch
1.
-
Dutchdraaien
2.
-
Dutchexcursie, reis
3.
4.
-
Dutchzou/zouden (past tense of zullen), gelieve
5.
-
Dutchkoken, aan de kook brengen, zieden, zooien
-
Dutchkoken
6.
-
Dutchomdraaien, omkeren
7.
-
Dutchbewerken
8.
-
Dutchwegdraaien, zich
9.
-
Dutchterugkomen, terugkeren
-
Icelandicskila
-
Dutchteruggeven
-
Icelandicskila
-
Dutchretourneren
-
Dutchretourneren
-
Dutchretourneren
-
Dutchretour
10.
-
Dutchlooien, leerlooien
-
Dutchcheckzonnebaden
11.
-
Dutchschroevendraaier
12.
-
Dutchscheelkijken
-
Dutchscheelkijken
13.
-
Dutchschakelaar
14.
-
Dutchdoen hellen, rollen
15.
-
Dutchcheckminiaturizeren, checkin een dwerg veranderen
16.
-
Dutchaanzetten, inschakelen
17.
-
Dutchoverkop gaan
18.
-
Dutchbinnenvallen
19.
-
Dutchaanzwengelen
-
Dutchzwengelen
20.
-
Dutchafweren
21.
22.
-
Dutchcheckschommelen, checkzwaaien
-
Icelandicchecksveifla
23.
-
Dutchroteren, ronddraaien
24.
-
Dutchomdraaiing
-
Dutchomzet, verloop
English translator: Icelandic Dutch turn Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare