voorbijgaan Dutch - Swedish
1.
-
Dutchvooraf gaan, laten voorbijgaan, passen
2.
-
Dutchvoorbijgaan
-
Swedishgå
-
Dutchvoorbijgaan
-
Swedishförflytta
3.
-
Swedishavstå från
-
Dutchlaten voorbijgaan, passen
English translator: Dutch Swedish voorbijgaan Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare