overeenstemmen Dutch - Swedish
1.
-
Dutchovereenstemmen
2.
-
Dutchovereenstemmen met, beantwoorden aan, vervullen
-
Swedishuppfylla
3.
-
Dutchniet overeenkomen, niet overeenstemmen
4.
-
Dutchovereenstemmen
-
Swedishmatcha, vara lika, passa ihop
5.
-
Dutchovereenstemmen
English translator: Dutch Swedish overeenstemmen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare