omen Dutch - German
1.
-
Dutchwoonsteeonderkomen
-
GermanBleibe
-
Dutchvoorteken
2.
-
Dutchvoorteken, teken
-
GermanZeichen
3.
-
GermanOmen
4.
-
Dutchaankondigen
-
Germanankündigen, vorbedeuten, vorhersagen
5.
-
Dutchonheilspellend
-
Germanominös, ahnungsvoll, schicksalschwer
6.
-
GermanOmen
7.
-
Dutchafschuw, walging, afgrijzenabominatie
-
GermanAbscheu
-
Dutch(een) afschuwelijk iets, gruwel
-
GermanAbscheulichkeit
8.
-
Germanverheißen, ahnen lassen, sich ankündigen
9.
-
GermanGesundheit
10.
-
Dutchabominabel, afstotelijk, verschrikkelijk, afschuwelijk, verfoeilijk
-
Germanverabscheuungswürdig, verhasst, abscheulich
11.
-
Dutchvoorteken
12.
-
Dutchvoorteken, teken
-
GermanZeichen
13.
-
Germanbange Ahnung
14.
-
Dutchvoorteken
15.
-
GermanMahnung
16.
-
Germanverheißungsvoll
17.
-
GermanOrakel
English translator: Dutch German omen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare